NEWTONE ONLINE voor zelfbouw van gitaar effecten

U bent hier: Home > Technische vragen > Voorschakel weerstand van een LED

Voorschakel weerstand van een LED

1. Inleiding

In veel effectkastjes kun je een LED vinden. Deze wordt vaak gebruikt om aan te geven of het effect is ingeschakeld. Vroeger waren deze LED’s meestal rood, tegenwoordig zijn er vele kleuren mogelijk.

2. Aansluiten

LED’s moeten op de juiste wijze worden aangesloten. Wanneer je een nieuwe LED bekijkt dan zie je dat deze een lang en een kort pootje heeft. De anode, het langste pootje wordt aan de + aangesloten en het korte pootje, de kathode, aan de -.

 

LED’s hebben een elektrische spanning nodig om te kunnen werken. Laten we deze UL noemen. Meestal is dit ongeveer 2,2 Volt. Deze spanning is minder dan de 9 Volt die we gewoonlijk in een gitaareffect toepassen.

 

Deze waarden zijn afkomstig uit de datasheets van de meest gangbare typen, kleine afwijkingen zijn daarom mogelijk. Voor alle typen kan men ervan uitgaan dat de stroomsterkte (I) ongeveer 20 mA (is 0,02 Ampère) zal zijn.


3. Berekenen van de voorschakel weerstand voor 1 LED.

Je zou je een led kunnen voorstellen als een klein gloeilampje van 1,5 volt. Wanneer je dit lampje zou aansluiten op de 9 Volt batterij van het gitaareffect dan zou dit lampje onmiddellijk doorbranden. Daarom wordt een zogenaamde voorschakel weerstand in de stroomkring opgenomen zoals hieronder te zien is.


Het is de bedoeling dat deze voorschakel weerstand de spanning voor de LED zover omlaag brengt dat de LED niet door zal branden.

De formule voor de berekening van deze voorschakel weerstand is:

Rx = ( UB – UL ) / I

Een concreet voorbeeld: Een rode 5mm LED moet op een 9 Volt batterij werken.

Rx = (9 V - 2,2 V) / 0.02 A

Rx = 340 Ohm

Wanneer de zo berekende weerstand niet verkrijgbaar is kunt u de eerstvolgende hogere waarde nemen die wel verkrijgbaar is.

Nabericht: Om het stroomverbruik van de LED te beperken en daarmee de levensduur van de batterij en de LED te verlengen wordt de voorschakel weerstand in de praktijk vaak veel hoger gekozen, vaak wel 800 tot 1000 Ohm hoger. De LED brandt dan uiteraard zwakker.

4 Goed aansluiten.

LED’s moeten zoals alle dioden op een correcte manier worden aangesloten, anders werken zij niet. De pootjes aan de LED zijn meestal niet even lang. Het kortste pootje, ook wel de kathode (K) genoemd, moet daarbij aan de min-pool van de batterij worden aangesloten en het langere pootje (A) moet aan de pluspool komen.



 

Er zijn nu ook BC108A BC108B en BC108C metal can transistors verkrijgbaar in de webwinkel.

We hebben een batch OC44 transistors gevonden van uitmuntende kwaliteit. Deze zijn via de webwinkel te verkrijgen.

 

(c) 2019 Newtone VOF
Powered by CMSimple | Thanks to: ge-webdesign.de | Login

nach oben