NEWTONE Doe het zelf forum > Effect apparatuur
Componenten basis info
andre:
Naar aanleiding van een aantal vragen dat ik kreeg van een forumlid leek het me zinvol om over een aantal componenten wat informatie te posten.
Om maar eens te beginnen met de weerstand:
De waarde van een weerstand wordt weergegeven in Ω (Ohm)
1MΩ = 1000kΩ = 1000.000Ω = 1000.000.000 mΩ
Het Ω teken wordt meestal weggelaten
De meest gebruikte weerstanden vallen in de zg. E-12 reeks.
Dat wil zeggen dat er per dekade 12 waardes beschikbaar zijn nl:
1, 1.2, 1.5, 1.8, 2.2, 2.7, 3.3, 3.9, 4.7, 5.6, 6.8, 8.2
en dan:
10, 12, 15 enz.........100, 120, 150 enz.
Weerstanden zijn ook nog in verschillende vermogens verkrijgbaar d.w.z. het maximale vermogen dat
ze kunnen verwerken zonder in rook op te gaan.
Voor onze doeleinden, behalve voor het bouwen van buizenversterkers, zijn 0,6W metaalfilmweerstanden van o.a
Newtone-Online prima geschikt, maar ook de "ouderwetse" 0,25W koolfilmweerstanden voldoen prima.
Staat er in een schema of onderdelenlijst een weerstand met een waarde buiten deze E-12 reeks,
kies dan gewoon de dichtstbijzijnde waarde.
Dit zal over het algemeen geen invloed hebben op de werking van de schakeling of het geluid.
Er zijn verschillende manieren waarop de waarde kan worden weergegeven bijv.:
4k7 is hetzelfde als 4.7k of 4700, al zal je dat laatste weinig zien behalve in heel oude schema's.
2M2 is hetzelfde als 2.2M
Met bijv. 33R wordt 33Ω bedoeld.
Om de waarde van een weerstand te lezen kun je de kleurcodetabel hieronder gebruiken.
Auke Haarsma:
Thanks!
Stickied!
Meikel:
Dan wil ik daar een stukje aan toevoegen.
Om te beginnen met de SMD weerstanden als instap voor de condensatoren.
De weergave van de waarde op een SMD weerstand gaat met getalletjes, doorgaans staan er 3 getallen op waarvan de eerste 2 de waarde aanduiding zijn, en de 3e het aantal "nullen" wat er achter aan komt.
Bijvoorbeeld
- 220 = 22 * 10^0 = 22 Ohm
- 221 = 22 * 10^1 = 220 Ohm
- 222 = 22 * 10^2 = 2k2 Ohm
Enkele uitzonderingen zijn de waardes beneden 10 Ohm, daar wordt het meestal aangegeven als 2R2 (of voor 0 Ohm: 000).
Nu we dit weten zijn de nummers op condensatoren ook makkelijker te begrijpen. Op veel condensatoren staan ook 3 cijfertjes, dit werkt op dezelfde manier alleen wordt er vanuit pico Farad gerekend.
Een waarde 103 is dus 10 * 10^3 pF = 10.000pF = 10nF
Letop: soms staat er 100nF op een condensator, dit is dan gewoon 100nF en geen 10pF.
Ook in condensatoren kennen we kleurcodes, dit zijn vaak de wat oudere condensatoren die je niet vaak meer tegen komt. Daar kun je bijvoorbeeld deze calculator voor gebruiken.
1F = 1.000 mF = 1.000.000 uF (spreek uit als microfarad of mu) = 1.000.000.000 nF (spreek uit als nanofarad) = 1.000.000.000.000 pF (spreek uit als picofarad).
Doorgaans werken we in audio gerelateerde schakelingen alleen met mF (je ziet ook wel ooit mfd), uF en nF. In een heel uitzonderlijk geval pF. Hoewel we mF of mfd weinig terugzien, meestal worden de waardes in uF gegeven: 10000uF = 10mF.
In tegenstelling tot de weerstanden zien we hier zelden 6u8 terug, maar gewoon 6,8uF. Ook hier kunnen we de F weg laten omdat we weten dat Farad de eenheid is voor capaciteit, maar vreemd genoeg zie je dit bijna nooit terug.
Net als bij weerstanden zien we hier een reeks terug, veelal zien we hier de E-6 (20% afwijking) of E-12 (10% afwijking) reeks terug waarbij het zelfde verhaal geld als voor de weerstanden. In de bijlage vind je een tabel met reeks en alle waardes in die reeks.
Er zijn diverse soorten condensatoren, om te beginnen met polaire (waar dus een + en - kant aan zitten) en den non-polaire (waar het dus niet uit maakt hoe je ze aansluit). Voor polaire condensatoren (hoofdzakelijk elco's en tantaal) is het van belang dat op de + kant een hogere spanning staat dan op de - kant.
De non polaire condensatoren lopen in waarde van de pF tot zo'n 10uF terwijl de polaire condensatoren beginnen bij 1uF tot enkele mF.
Als je 2 condensators parallel zet dan kun je het aantal Farads bij elkaar op tellen om aan een totaal te komen. Bijvoorbeeld 2x 10uF parallel levert 20uF.
Staat er in het schema bijvoorbeeld 15nF en jij hebt alleen maar 10nF en 4,7nF liggen, dan kun je beide parallel schakelen om zo bijna 15nF te krijgen (door de 10% of 20% afwijking komt het allemaal niet zo nauw).
In serie zetten kan ook, maar gebeurt zelden. De totale capaciteit word dan iets anders: Ctotaal = 1/(1/C1 + 1/C2 + 1/C3 + ...)
Condensatoren zijn in verschillende spanningen te krijgen, dit is in feite de maximale spanning waarop een condensator zal doorslaan of open breken. In buizen versterkers werk je met hoge spanningen waardoor je hier dus zeker rekening mee moet houden. In effecten pedaaltjes werk je vaak met 9V of 12V waardoor een condensator van 16V al voldoende kan zijn. Normaal gesproken hou ik minimaal 120% van de spanning aan. Werk ik met een spanning van 15V, heb ik dus minimaal een elco van 18V nodig.
Update: Ik had deze url ooit een keertje opgeslagen. Kwam hem zojuist tegen en leek me wel handig om hem hier toe te voegen betreffende de waardes en kleurcodes van condensatoren.
Ik wil eventueel ook nog wat over spoelen vertellen (dan hebben we alle 3 de basis begrippen gehad), maar omdat die heel weinig gebruikt worden is het de vraag of er interesse in is. Persoonlijk vind ik spoelen erg leuke dingen, vooral omdat ze een erg hoog DIY gehalte hebben. Je kunt ze namelijk heel simpel zelf maken, alleen is daar toch wel de nodige kennis voor nodig om te bereiken wat je zelf wil.
Auke Haarsma:
Super!
En kom maar op met die info over Spoelen! Ik was van de week toevallig aan het rondneuzen op internet op zoek naar een diy LC meter.
Meikel:
--- Citaat van: Auke Haarsma op 6 februari 2010, 14:54:01 ---Super!
En kom maar op met die info over Spoelen! Ik was van de week toevallig aan het rondneuzen op internet op zoek naar een diy LC meter.
--- Einde van citaat ---
Een DIY LC meter lijkt me niet zo heel moeilijk, ik doe 't gewoon met m'n functie generator en scoop. Je hebt een spoel (met bekende waarde) nodig voor de C meting en een condensator (met bekende waarde) nodig voor de L meting. Hiermee maak je een resonantie circuit en kijk je bij welke frequentie die peakt.
Dan ligt de resonantie frequentie bij 1/(2*pi*wortel(L*C)), de frequentie kun je aflezen op je functie generator (of scoop, waar 't ut makkelijkst is) en de L of C weet je. Kun je zo de ontbrekende waarde uitrekenen. Moet wel te doen zijn met een microcontroller (voor de berekeningen en evt als functie generator) en wat externe hardware.
De info over spoelen komt zodra ik hier even tijd voor zie. Maar kan best technisch worden gezien er best veel parameters mee kunnen spelen.
Navigatie
[0] Berichtenindex
[#] Volgende pagina
Naar de volledige versie